Estâncias da Fronteira
Luiz Marenco
Grenslandgoed
Bewakers van het vaderland, herinnering aan de voorouders
Waar de trevas groeien naast het groene gras
Stromen van bloed, vijvers en bronnen
Om het hele jaar door de kudde te laten drinken
Diepe grotten en de poncho van de herder
Om de kudde te beschermen in de winter
Groot varzedo voor de groei van de veulens
Toont de frisheid en de waarde van de gronden
Donkere schaduwen van imposante paradijzen
Waar druppels van gewassen ruggen weerklinken
Die na het werk zelfs als sculpturen lijken
Vormen de voorkant van de schuur, een heilige tempel
Voor de ochtenden, dikke mate goed gezet
De zang van de haan die wakker wordt en vraagt om ruimte
De geur van bloemen, lelies, en maïskolf
En een rib van een kalf die vet op de kolen druppelt
Voor de rauwe kaken, de monden van de berijders
Veerremmen om goed getemde paarden te laten galopperen
En voor de schuwe jonge dieren bij de poort
De twaalf armen, een grote omheining van de open velden
Voor de druppels van de minuano die galopperen
Een Castiliaans kamp en de brede hoed die is ingezakt
Voor de brandende zon van de hitte in januari
Een struisvogelpen en de goed bedekte bilontra
Voor de nazarenas, sterke hoeven en een geplaagde merrie
Voor de paleteadas het gras van de heuvels
Voor de vooruitgang van Rio Grande, deze landgoederen
Mengt paleis met de farroupilha rommel.