L'ultima Luna
Lucio Dalla
De Laatste Maan
De 7e maan
Was die van het pretpark
De aap liep rond
Van de draaimolen naar de bar
Terwijl de engel van God vloekte
Met zijn borstspieren spannen
Grote spieren en weinig vlees
Arme gezegende engel
De 6e maan
Was het hart van een ongelukkige
Die, vervloekt de dag dat hij geboren werd
Maar altijd lachte
Al jaren had hij geen lakens gezien
Met zijn handen vol kolen
Raakte hij de kont van een dame aan
En lachte en raakte aan
Het leek wel of hij de baas was
De 5e maan
Vreesde iedereen
Was het hoofd van een heer
Die met de dood dichtbij speelde met flipperkast
Hij was groot en elegant
Noch jong noch oud
Misschien ziek
Zeker weten was hij ziek
Want hij verloor bloed uit een oor
De 4e maan
Was een rij van gevangenen
Die wandelend
De spoorrails volgden
Ze hadden bloedige voeten
En handen zonder handschoenen
Maar maak je geen zorgen
De lucht is helder
Vandaag zijn er niet zoveel meer
De 3e maan kwamen ze allemaal naar buiten om te kijken
Het was zo groot
Dat meer dan één aan de eeuwige vader dacht
Ze stopten de spellen en doofden de lichten
De hel begon
De mensen renden naar huis omdat voor die nacht
De winter terugkwam
De 2e maan
Bracht wanhoop onder de zigeuners
Iemand amputeerde zelfs een vinger
Ze gingen naar de bank voor een transactie
Wat een chaos
De meesten namen honden en kinderen mee
En renden naar het station
De laatste maan
Zag alleen een pasgeboren kind
Hij had ronde, zwarte en diepe ogen
En huilde niet
Met grote vleugels nam hij de maan in zijn handen
En vloog weg en vloog weg
Hij was de man van morgen, de man van morgen