José Antonio
Lucha Reyes
José Antonio
Over een pad komt José Antonio aanrijden
Hij komt van de helling om de amancaes te zien
In een criollo berber rijdt hij langs de weg
Met een jipi japa sjaal en een witte linnen poncho
Terwijl de ochtend voortschrijdt, speelt zijn herinnering
En met vrolijke sprongetjes maakt het paard een sprongetje
Fijne motregen in juni kust zijn beide wangen
En vier hoeven zingen op weg naar de amancaes
Wat is mijn chalán mooi, zo elegant en stijlvol
Hij houdt de fijne teugels vast van zijde, die wit en rood zijn
Zo zoet bestuurt hij de teugels met alleen zijden linten
Als hij een gracieuze bocht maakt met de criollo berber
José Antonio, José Antonio, waarom heb je me hier achtergelaten?
Als ik je weer tegenkom, laat het dan juni zijn en motregenen
Ik zal me tegen je rug nestelen onder je linnen poncho
En in de linten van je hoed wil ik de amancaes zien
Die je voor mij plukt als de weg je leidt
In die gouden droom van jou op je paso paard
Die van de Peruaanse paso.