A
Ben je in de war
Weet je niet of het normaal is om van twee te houden
Je zit tussen wat is en wat was
Ik ga je nu helpen om te beslissen
Kom op
Stel je voor dat ik A ben en hij is B
Dat maakt het makkelijker te begrijpen
Ik begin nu met de vragen
Wie brengt je naar de hemel? A
Zonder je van het bed te tillen? A
Wie haalt je honing weg? A
Laat je zachtjes op de grond?
Twijfel niet, wie? A
Brengt de hemel naar je bed? A
Wie haalt je honing weg? A
Laat je zachtjes op de grond?
Je twijfels zijn voorbij
Ben je in de war (ben je in de war)
Weet je niet of het normaal is om van twee te houden (het is niet normaal)
Je zit tussen wat is en wat was (hij was al)
Ik ga je nu helpen om te beslissen, oh
Kom op
(Kom op, kom op, kom op, kom op)
Stel je voor dat ik A ben en hij is B
(Hij is B, hij is B, hij is B, hij is B)
Dat maakt het makkelijker te begrijpen
Ik begin nu met de vragen
(Wie brengt je naar de hemel? A
Zonder je van het bed te tillen? A
Wie haalt je honing weg? A)
Laat je zachtjes op de grond?
Twijfel niet, wie? A
Brengt de hemel naar je bed? A
Wie haalt je honing weg? A
Laat je zachtjes op de grond?
Je twijfels zijn voorbij
Ben je bang voor het verleden, hè?
Maar ik weet precies wat je wilt, ja
Je bent geen vrouw van de Ralé, Lado B
Deze plaat is al doorgeprikt, ga maar weg
Kom, ik laat je de A-kant van het leven zien
Druk je lippen hier op de mijne
Vanavond ga ik je vol liefde vullen, oh
(Wie brengt je naar de hemel? A
Zonder je van het bed te tillen? A)
Wie haalt je honing weg? A
Laat je zachtjes op de grond?
Geen twijfels meer
Geen twijfels meer
Hij is B, ik ben A
Met wie ga je blijven?
Geen twijfels meer
Twijfel niet
Hij is B, ik ben A
Met wie ga je blijven?
A