Para Elisa
Los Muertos de Cristo
Voor Elisa
Inleiding
De zon gaat onder, op verbrandde grond
Door de onrechtvaardigheden waar woorden verstommen.
Daar werkt Elisa, een jonge Afrikaanse.
Door de ellende, dochter van niets.
Maar de winden van het leven voeden de hoop,
breken met het verleden, achter zoete blikken,
van degenen die om haar geven, van degenen die van haar houden,
van degenen die de glimlach van haar gezicht herinneren.
En ik zeil tussen tranen, over de wijde zee,
in de boot van dromen, naar het land van vrijheid.
En ik zeil tussen tranen, over de wijde zee
in de boot van dromen, het land van vrijheid.
Droom, Elisa.
Welkom in het paradijs, om de vernedering te lijden
van een vergiftigd systeem dat je kleur bepaalt.
Bij het licht van een lantaarn, daar zal ze zijn,
haar ellende verkoopend voor een stuk brood.
Voor Elisa ja, is voor jou, ik wijd dit lied aan jou.
Voor Elisa ja, is voor jou, ik zing het met mijn hart.
Koud is de nacht, omhuld in duisternis.
De kus van de dood, die haar leven kwam stelen.
Op de knieën op de grond, bloedt ze in eenzaamheid
een jonge immigrant, die het geluk zocht.
Ze zeilde tussen tranen, illusies die verdwijnen
over een rivier van bloed die de mensheid verdeelt.
Ze zeilde tussen de schaduwen van een donkere steeg,
terwijl de dood zich verwijdert zingend
het gezicht naar de zon... zon... zon...
Voor Elisa ja, is voor jou, ik wijd dit lied aan jou.
Voor Elisa ja, is voor jou, ik zing het met mijn hart.