La Salamanca
Los Fronterizos
De Salamanca
Met de duivel op de rug kwam mandinga aan,
Zwoel de nacht onder de maan.
Hij stapte van het paard en de dans begon,
Met de staart die de maat aangaf (bis de laatste twee)
Een rococo van het eiland zong zijn liefde
Voor een kikker in het blauw gekleed.
Kolenbitter danste, met de bloem in zicht,
Die de blinden weer het licht geeft (bis de laatste twee)
Refrein
Een kuil waar de dageraad sterft bij het opkomen,
Salamanca van de geboorteheuvel.
En in de nachten met de maan voel je vaak
Mandinga en de duivels zingen (bis de laatste twee)
Rijdend, een bezem doorkruiste het indigo
Van de lucht, de grootste heks;
De uil op de schouder en de grote vork
Schietend naar het zuidelijke kruis (bis de laatste twee)
Een baardige quirquincho speelde de viool
En een stinkdier met tenorstem,
Doorbrak de stilte met een yaraví,
Dat mandinga hem leerde zingen (bis de laatste twee)
Refrein