Cucurrucucú, Paloma
Lola Beltrán
Cucurrucucú, Duif
Men zegt dat hij 's nachts
Alleen maar in tranen doorbracht
Men zegt dat hij niet sliep
Alleen maar in drank verdronk
Ze zweren dat de hemel zelf
Trilde bij het horen van zijn verdriet
Hoe hij voor haar leed
Zelfs in zijn dood riep hij haar
Cucurrucucú, zong hij
Ja, ja, ja, ja, lachte hij
Ai, ai, ai, ai, huilde hij
Van dodelijke passie, stierf hij
Dat een treurige duif
Vroeg in de ochtend voor hem zingt
Bij het eenzame huisje
Met zijn deurtjes wijd open
Ze zweren dat die duif
Niets anders is dan zijn ziel
Die nog steeds wacht
Tot de ongelukkige terugkeert
Cucurrucucú, duif
Cucurrucucú, huil niet!
De stenen weten nooit, duif
Wat van de liefde is
Cucurrucucú, cucurrucucú
Cucurrucucú, duif, huil niet!