Veintiocho
Lia Kali
Achtentwintig
Jij bent zo van de aarde, ik zo van het vliegen
Jij klimt naar de berg, ik ga naar de zee
Negen uur 's ochtends, ik wil je al spreken
Vertel me waar je bent, dan kom ik je halen
Ik weet dat het nu goed gaat
Misschien is de tijd ons goed gezind
Ik ga alleen weg als je niet kunt groeien
Ik weet dat je gaat gaan als ik je niet water geef, dat weet ik zeker
En ik weet dat ik je dicht bij me wil
En dat ik de deur open wil houden
Dansen, ook al kloppen de rekeningen niet
Je zult zien
Laten we elkaar weer zien, laten we elkaar weer zien
Ik weet niet wat je me aangedaan hebt
Ik wil je weer zien
Laten we elkaar weer zien, laten we elkaar weer zien
Ik wil je weer zien, ik wil je weer zien
Mijn huis is het jouwe sinds niet zo lang geleden
Ik glimlach als ik denk aan de jaren die voorbijgaan
We plannen de toekomst in het buitenhuis
Ver weg van de stad, zullen we met z'n vieren dansen
Vergeef me, soms weet ik niet hoe ik moet stoppen met dansen met de nacht
Ik weet dat ik het weer ga doen, ik heb de kracht om hun stemmen te negeren
Ik ga mijn duisternis temmen, zodat het me niet breekt, ik weet dat dat jou breekt
Ik ga de zee voor jou schilderen, om je de rust te brengen en dat je je richting niet verliest
We weten dat we goed voor elkaar zijn, we doen elkaar goed
Laten we elkaar weer zien, laten we elkaar weer zien
Ik weet niet wat je me aangedaan hebt
Ik wil je weer zien
Laten we elkaar weer zien, laten we elkaar weer zien
Ik wil je weer zien, ik wil je weer zien
Laten we elkaar weer zien
Ik weet niet wat je me aangedaan hebt
Ik wil je weer zien
Laten we elkaar weer zien, laten we elkaar weer zien
Ik wil je weer zien, ik wil je weer zien