Un Minuto
León Gieco
Een Minuut
Ik was enthousiast als een koning op de wegen
Ik die nog nooit mijn buurt had verlaten.
Ik was mijn onhandige stem aan het oefenen,
Het was een grap, het was het leven of een grimas van het lot.
Ik begon me rare dingen af te vragen
Wat zoekt de mensen als iemand alleen zingt?
Zal het de behoefte zijn om zich niemand te voelen?
Ik ben één van hen en minder dan één thuis.
Het leven tekende een glimlach op mijn gezicht
En in een treurig moment veegde het die weg alsof het niets was.
Ach, ik, ach, jij,
Ach, iedereen...
Ik was aan het spelen met mijn enige droom
Mijn bloed ontwaakte in de schemering van de dag.
Ik was aan het debatteren tussen glorie en struikeling,
Of ik een goede minnaar was, stormachtig, straatwijs.
Ik was oude pijn aan het afscheid nemen in het leven,
Ik was de waarde van zoetheid aan het ontdekken,
Of ik gepassioneerd was, of een dwaas van stoten,
Of ik fundamenten had of puur schuim was.
Het leven tekende een glimlach op mijn gezicht,
En in een treurig moment veegde het die weg alsof het niets was.
Ach, ik, ach, jij,
Ach, iedereen...
In een land van wonden, waar ze nooit genezen,
Slapen we allemaal samen op nieuwe pijn.
De maan gaat in de eclips en de zon blijft alleen,
En de oude doolhof heeft moeite om de deur te openen.
Het leven tekende een glimlach op mijn gezicht
En in een treurig moment veegde het die weg alsof het niets was.
Ach, ik, ach, jij,
Ach, iedereen...