Pedro
La Vela Puerca
Pedro
Pedro vond een baan
Hij verdient goed, het is zwaar
Hij is op feest en kan het niet geloven
Dat mensen naar hem lachen
Voor één keer in zijn leven
En hij stopt de rommel in zijn zak, duizend euro.
Hij denkt met zijn hoofd omlaag
Aan de tijd dat hij een kaartenhuis was
Super stoer uit mijn buurt en meer.
En nu voelt hij zich niet arm
Hij heeft vrouwen, hij heeft geld
En hij wil nooit meer met me praten.
En te denken dat hij goed was
Om het te nemen en weer stil te zijn.
En te weten dat het nu lelijk is
Om je te voelen zoals de rest.
Ik zei tegen hem, gekke gast
Ren niet, ga rustig aan
Want op een dag kun je vallen.
En hij blijft maar klagen
Wat ik heb, dat geeft niet
Ik wil beroemd zijn om oud te worden.
Maar Pedro luisterde niet
En om niet te veel te stressen
Zette hij een karretje op de Libertador.
En door slecht te doen tegen mensen
Raakte hij boos en stuurde hij zichzelf naar voren
En in de gevangenis gaf hij zijn eer op.
En te denken dat hij goed was
Om het te nemen en weer stil te zijn.
En te weten dat het nu lelijk is
Om je te voelen zoals de rest.