Stuk
Kino
Stuk
Draad van de telefoon, stroom door mijn handen
Telefoon zegt met alle stemmen
"Tot ziens!" Tijd
En mijn jas aan de haak, sjaal in mijn mouw
En de handschoenen in mijn zak fluisteren
- "Wacht tot de ochtend!" Tot de ochtend
Maar een vreemde klap roept: "Op pad!"
Misschien een hartslag, of een klap op de deur
En als ik me omdraai op de drempel
Zal ik maar één woord zeggen: "Geloof!"
En weer naar het station, en weer naar de treinen
En weer geeft de conducteur beddengoed en thee
En weer zal ik niet slapen, en weer door het gerammel van de wielen
Zal ik het woord horen: "Vaarwel!"
Maar een vreemde klap roept: "Op pad!"
Misschien een hartslag, of een klap op de deur
En als ik me omdraai op de drempel
Zal ik maar één woord zeggen: "Geloof!"