Narices Frías
Juliana Velasquez
Koude Neusjes
Het was geen december
Maar het leek erop
Alleen de sirene van de politie verbrak de stilte
Zij huilde terwijl hij op de grond lachte
Zichzelf vaarwel zeggend, verzamelden ze hun koude neusjes
Wat een ironie, wat een onschuldig gelofte
De hemel beloven terwijl ze voor de poorten van de hel stonden
Zij huilde omdat ze hem nooit meer zou zien
En hij lachte omdat het beste voor haar was om hem te verliezen
Hij was een dief van beroep
Bestrafd door het leven
Dat hij leerde in een steegje
Om een verloren kogel te ontwijken
Verloren was zij na die tragische dag
Haar hele familie in één keer verliezen
Vervloekt verkeersongeluk
Op die hoek (verloren, zocht ze)
De medicijn die al haar pijn zou verlichten
Maar uiteindelijk was het middel erger dan de kwaal
Twee zieken op zoek naar een beetje liefde
Maar het is moeilijk om een bloem uit het asfalt te laten groeien
Je moet niet en je kunt niet
Je geweten bedriegen
Beter loop je voorzichtig
Want alles heeft gevolgen
En de tijd vloog, het moment kwam
Het hart zo snel en de klok zo langzaam
Een bewaker verschijnt van achteren
En het schot kondigt aan dat er geen weg terug is
De arme bewaker valt op de grond
En zij staan op het punt te ontsnappen
Maar het leven geeft je verrassingen
Er was niet één, er waren er meer
Je moet niet en je kunt niet
Je geweten bedriegen
Beter loop je voorzichtig
Want alles heeft gevolgen
Je moet niet en je kunt niet
Je geweten bedriegen
Beter loop je voorzichtig
Want alles heeft gevolgen
(Je moet niet, je kunt niet
Je geweten bedriegen)
Oh, je belooft de hemel niet
Als je voor de poorten van de hel staat, hart, nee, nee
(Je moet niet, je kunt niet
Je geweten bedriegen)
Vergeef me als ik je teleurstelde, mijn liefde
Maar het lot is niet in steen geschreven
(Je moet niet, je kunt niet
Je geweten bedriegen)
Oh, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee
Oh, nee, je kunt je geweten niet bedriegen
Het was geen december, maar het leek erop
Alleen de sirene van de politie verbrak de stilte
En ik huilde terwijl hij op de grond lachte
Zichzelf vaarwel zeggend, verzamelden we onze koude neusjes