Él (Him)

Naast het raam
Vond ik wat sigaretten
Het is niet mijn merk, dat weet ik, ik heb ze niet vergeten

Zij vergat ze goed te verstoppen
En ik moest ze wel vinden
Zij zal zeggen: het is maar een vriendschap
Maar ze kan me niet bedriegen

Het is hij, hij, hij
Wat doet zij met hem?
Ze moet hem vergeten
Of mij, mij, mij laten

Niemand gaat me belachelijk maken
Of het is van mij of van hem

Ik weet niet hoe hij eruitziet
Of wie hij is
En waarom zij dacht
Dat wat van mij is, van hem is

Ik ben niet zijn baas
Maar zo kan het niet zijn
Drie is te veel voor de liefde
Of ze komt bij mij, of het is van hem

Hij, hij, hij
Wat doet zij met hem?
Ze moet hem vergeten
Of mij, mij, mij laten

Niemand gaat me belachelijk maken
Of het is van mij of van hem

Uh-ju, uh-uh-uh-uh-uh-uh
Uh-ju, uh-uh-uh-uh-uh-uh

Uh-uh, uh-uh
Uh-uh, uh-uh

Uh-uh-uh-uh
Uh-uh-uh-uh
Uh, uh, uh, uh

Als ze hem wil, zal ze hem bellen
En het zou niet de eerste keer zijn
En als ze me niet wil laten gaan
Komt ze weer bij me terug
Al zonder hem, hij, hij, hij

Wat doet zij met hem?
Ze moet hem vergeten
Of mij, mij, mij laten

Wat doet zij met hem?
Ze moet hem vergeten
Of mij, mij, mij laten

Wat doet zij met hem?
Ze moet hem vergeten
Of mij, mij, mij laten