Nänie
Johannes Brahms
Nänie
Ook het mooie moet sterven!
Dat de mensen en goden overwint!
Niet de bronzen borst raakt de stygische Zeus.
Slechts eenmaal week de liefde de schaduwheerser,
En aan de drempel nog, streng,
Riep hij zijn geschenk terug.
Niet stil Aphrodite de mooie jongen de wond,
Die in het sierlijke lichaam wreed door het zwijn is gekerfd.
Niet redt de goddelijke held de onsterfelijke moeder,
Als hij, vallend bij de Skytische poort, zijn lot vervult.
Maar zij stijgt uit de zee met alle dochters van Nereus,
En het klaaglied begint om de verheerlijkte zoon.
Zie, daar huilen de goden,
Alle godinnen huilen,
Dat het mooie vergaat,
Dat het volmaakte sterft.
Ook een klaaglied te zijn in de mond van de geliefde,
Is heerlijk,
Want het gewone gaat geluidloos naar de ondergang.
Ook een klaaglied te zijn in de mond van de geliefde,
Is heerlijk.