Rumbon Melón
Joey Pastrana
Rumbon Melón
(Opa!)
(! Ololololala!, Rumbero, de rumba)
(¡Olololololalalaola!)
Met mijn lekkere ritme, heb ik de vibe om te genieten
Met mijn lekkere ritme, laten we genieten en dansen
(¡Epa!)
(¡Ololololala, rumbero, Ololololala, zodat ze kunnen dansen en genieten!)
Met mijn lekkere ritme, moet ik genieten en dansen
Met mijn lekkere ritme, laten we genieten en rumban
(¡Malangae, malanga mala!)
(¡Malangae, malanga mala!)
(¡Malangae, malanga mala!)
(¡Malangae, malanga mala!)
(! Joey!, ¡Ay!, ¡Baila Federico!)
Ik heb een goed ritme om te dansen (¡eh, eh!)
(Om te dansen, om te feesten)
Ik heb een goed ritme om te genieten
(¡Met mij ga je los!)
Ik heb een goed ritme om te dansen (rumbera, rumbera, rumbera, voor de lekkere rumba, ¡Eh, eh!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (Zodat ze kunnen dansen, zodat ze kunnen genieten, zodat de meid)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Dans het, dans het, dans het nu!, Eh, eh)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Zoals ze daar in San Juan dansen!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Rumbero, de rumba roept je!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Met Joey, met Joey, om te feesten en te dansen!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (Dans, dans de goede rumba)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (Morena, morena, morena, de goede rumba roept je)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Saoko, saoko, saoko is lekker!)
(Como?, Como?, Dans die sunga)
(¡Jeje!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡mijn ritme, is geweldig!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (jij geniet en ik geniet)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (Dans het, dans het, dans het, geniet ervan, dans het)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Dans deze son met mij!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (Rumbero, ga naar de rumba)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Oh, geef het smaak en rumba, americana mama!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (gooi het erin, mami gooi het erin mami nu)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (El Nicky en alles is al weg)
(¡Laat ze genieten, jongen!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Ik, ik ga naar Puerto Rico!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Om te dansen, om te dansen mijn son dat zo lekker is!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (Ik dans het hier en ik dans het daar, rumbero)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Om te dansen en om te genieten!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Kom en kom, kom en kom, kom en kom, kom en kom!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (¡Ik heb het al gedanst in San Juan!)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (¡Kippetjes, kippetjes, lekker kippetje!)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (Mama, laten we dansen met mijn rumba)
Ik heb een goed ritme om te dansen. (Zoals zij het leuk vindt, voor de mulata)
Ik heb een goed ritme om te genieten. (Als je het niet danst, krijg je het niet)
(Ololololololala)
(Kom en kom, kom en kom, kom en kom, kom en kom, rumbero naar mijn rumba)
(¡Eet het, eet het, eet het, Eah!)