Isla Mujeres
Javier Ruibal
Isla Mujeres
De hitte steeg op toen ik langs mijn stoep liep,
heel de boulevard kon wel branden in haar vlammen.
Er is een legioen van saters en piraten
die van bar naar bar roepen: 'Mooi meisje!'
Ik word volger van haar panterachtige passen,
pelgrim ga ik waar haar heupen me sturen;
wat kan het me schelen als de straat een hel is,
als ik haar eindelijk om haar taille kan nemen.
Hoor, mijn lief,
jij de koningin van Isla Mujeres;
en ik, als jij me wilt,
word jouw trouwste slaaf.
Arm van mij,
als ik verdwijn in jouw vuur,
zal mijn hart, van de kou,
vergeten te kloppen.
Over haar profiel stroomt een koperen zon,
de roos van april, naakt midden op het bed,
heeft zich aan mij gegeven met een liefde die ontwapent,
verduistert de rede en verbrandt de ziel.
En het was te verwachten dat ik zou proberen haar vast te houden,
maar heel de zee is te weinig voor die parel.
De boulevard brandt en, aan de rand van de waanzin,
ben ik niet degene die van haar taille gaat.