Doña Ubenza

Ik huil van binnen
Ook al lach ik van buiten
Zo moet ik leven
In afwachting van mijn dood

Ik geef de winden een voorsprong
Omdat ik niet kan vliegen
Totdat ik mijn kist pak
En begin te bagualeren

Mijn mensen bidden dat ze vragen
Daar in de bergen van genade
Er is geen tijd meer, het houdt op
Bidden dat bidden, want het zal zo zijn

Klinkende valleien van stenen
Steen voor steen gaat de wind
Sporen van mijn pijn wissen
Pure stilte is mijn hart

Ik zeg een kruisje voor de zekerheid
Laten we hopen dat God bestaat
En me naar de hel brengt
Met al mijn schapen

Ik weet niet of er een andere wereld is
Waar de zielen zuchten
Ik leef op aarde
En werk de hele dag door