Minä Olen
H B
Ik Ben
Waarom vasten we, als jij het niet ziet,
We straffen onszelf, terwijl jij het niet merkt?
Kijk, op jullie vastendag denken jullie aan jullie eigen zaken
En dringen jullie al jullie arbeiders tot het werk.
Kijk, als ruzie en strijd vasten jullie,
Om met een goddeloze vuist te slaan.
Jullie vasten nu niet zo dat jullie
Stem gehoord wordt in de hoogte.
Is dit de vasten waar ik blij mee ben,
De dag waarop de mens zichzelf straft?
Als je je hoofd buigt als een riet en in zak en as ligt,
Noem jij dat vasten en een dag die de Heer behaagt?
Is dit niet de vasten waar ik blij mee ben:
Dat jullie de banden van onrecht openen, de jukken losmaken,
En de onderdrukten vrijlaten, dat jullie alle jukken breken?
Is dit niet: dat je je brood breekt voor de hongerige
En de ellendige reiziger in je huis ontvangt,
Als je de naakte ziet, hem kleedt
En je je niet verbergt voor je eigen vlees?
Dan zal jouw licht opkomen als de dageraad,
En je wonden zullen snel genezen;
Jouw rechtvaardigheid gaat voor je uit,
En de glorie van God volgt je als bescherming.
Dan zul je bidden, en de Heer zal antwoorden,
Je roept, en Hij zegt:
"Kijk, hier ben ik."