Sinfonia Nº 8 - Segundo Movimento
Gustav Mahler
Symfonie Nr. 8 - Tweede Beweging
(Bergkloven, bos, rots, eenzaamheid, heilige
Anachoreten verspreid in de bergen, gelegen tussen kloven)
Bos, het komt wankelend dichterbij
Rotsen, ze drukken zwaar
Wortels, ze klampen zich vast
Stam aan stam omhoog
Golf na golf spettert
Grot, de diepste, beschermt
Leeuwen, ze sluipen stil
Vriendelijk om ons heen
Eer de gewijde plek
Heilige liefdesplaats
Eeuwige vreugdevuur
Brandend liefdesband
Kokende pijn van de borst
Schuimende goddelijke lust
Pijlen, doorboren mij
Lansen, overwinnen mij
Knuppels, verpletteren mij
Bliksem, doorweekt mij
Dat het nietige
Alles verdwijnt
Glans van de eeuwige ster
Kern van de eeuwige liefde!
Als een rotsafgrond aan mijn voeten
Rustend op een diepe afgrond
Als duizend beken stralend stromen
Naar de gruwelijke val van het schuim van de vloed
Als recht omhoog, met eigen krachtige drang
De stam zich in de lucht draagt
Zo is het de almachtige liefde
Die alles vormt, alles koestert
Is om mij heen een wilde bries
Alsof bos en rotsgrond golven!
En toch stort, liefdevol in het suizen
De watermassa zich naar de afgrond
Geroepen, gelijk het dal te bewateren
De bliksem, die vlammen neersloeg
De atmosfeer te verbeteren
Die gif en damp in de borst droeg
Zijn liefdesboodschappers, ze verkondigen
Wat ons eeuwig omringt
Mijn binnenste moge het ook ontsteken
Waar de geest, verward, koud
Geplaagd in stompzinnige grenzen
Scherp verbonden aan kettingsmart
O God! kalmeer de gedachten
Verlicht mijn behoeftige hart!
Geredd is het edele lid
Van de geestenwereld van het kwade
Wie altijd strijdbaar zich inspant
Die kunnen wij verlossen
En heeft de liefde aan hem
Van boven deelgenomen
Ontmoet hem de zalige schare
Met een hartelijk welkom
Handen verstrengelen
Jullie vrolijk in de kring!
Beweeg je en zing
Heilige gevoelens daarin!
Goddelijke onderwijzing
Jullie mogen vertrouwen
Degene die jullie vereren
Zullen jullie zien
Die rozen, uit de handen
Liefdevolle heilige bruiden
Hielpen ons de overwinning behalen
En het hoge werk voltooien
Deze zielenschat veroveren
Kwade wijken, als wij strooiden
Demonen vluchten, als wij raakten
In plaats van gebruikelijke helle straffen
Voelden liefdevolle kwelling de geesten
Zelfs de oude satan meester
Was door scherpe pijn doorboord
Juich! Het is gelukt
Ons blijft een aardse rest
Om pijnlijk te dragen
En was het van asbest
Het is niet rein
Als sterke geestkracht
De elementen
Aan zich heeft getrokken
Een engel scheidde
Verenigde twee-natuur
Van de innige beiden
De eeuwige liefde alleen
Kan het scheiden
Ik voel zojuist
Nevelig om rotsenhoogte
Een geestenleven
Beweegt zich in de nabijheid
Gelukkige jongens
Zie ik in beweging
Los van de druk van de aarde
In een kring verzameld
Die zich verkwikken
Aan de nieuwe lente en pracht
Van de bovenwereld
Hier is het uitzicht vrij
De geest verheven
Zij, tot het begin
Stijgend volle winst
Deze voegt zich!
Vrolijk ontvangen wij
Deze in de poppenstand
Zo bereiken wij
Engels onderpand
Los de vlokken los
Die hem omringen!
Al is hij mooi en groot
Van heilig leven
Daar trekken vrouwen voorbij
Zwevend omhoog
De Glorieuze middenin
In sterrenkrans
De Hemelse koningin
Ik zie het aan de glans!
Hoogste heerseres van de wereld
Laat mij in de blauwe
Uitgespannen hemelkoepel
Jouw geheim zien!
Goedkeuring, wat de borst van de man
Ernstig en teder beweegt
En met heilige liefdeslust
Jou tegemoet draagt!
Onoverwinnelijk onze moed
Als jij verheven gebiedt
Plots verzacht de gloed
Als jij ons bevredigt
Maagd, rein in de mooiste zin
Moeder, eerwaardig
Onze gekozen koningin
Goden gelijkwaardig
Jij, de Onberührbare
Is het niet ontzegd
Dat de gemakkelijk verleidbaren
Vertrouwd naar jou komen
In de zwakheid getrokken
Zijn ze moeilijk te redden
Wie scheurt uit eigen kracht
De ketens van verlangens?
Hoe snel glijdt de voet
Over scheve, gladde grond?
Jij zweeft naar hoogten
Van de eeuwige rijken
Verneem het smeken
Jij genadevolle!
Jij Ongeëvenaarde!
Bij de liefde, die de voeten
Van jouw goddelijke zoon
Tranen liet vloeien als balsem
Ondanks de hoogmoed van de farizeeërs
Bij het vat, dat zo rijkelijk
Welriekend neerdroop
Bij de lokken, die zo zacht
De heilige ledematen droogden
Bij de bron, waar ooit
Abram de kudde leidde
Bij de emmer, die de Heiland
Koel de lippen durfde aanraken
Bij de pure, rijke bron
Die nu daaruit stroomt
Overvloedig, eeuwig helder
Rond door alle werelden stroomt
Bij de hooggeweide plaats
Waar men de Heer neerlegde
Bij de arm, die van de poort
Waarschuwend mij terugstootte
Bij de veertigjarige boete
Waarin ik trouw in de woestijn bleef
Bij de zalige afscheidsgroet
Die ik in het zand schreef
Jij die grote zondaren
Jouw nabijheid niet ontzegt
En een boetvaardig winnen
In de eeuwigheden verhoogt
Gun ook deze goede ziel
Die zich eenmaal alleen vergat
Die niet vermoedde dat ze ontbrak
Jouw vergeving passend!
Buig, buig
Jij Ongeëvenaarde
Jij Stralenrijke
Jouw gelaat genadig mijn geluk!
De vroeg geliefde
Niet meer bedorven
Hij komt terug
Hij groeit al over ons heen
Aan machtige ledematen
Zal trouwe zorg belonen
Rijkelijk teruggeven
Wij werden vroeg verwijderd
Van levenszangen
Maar deze heeft geleerd
Hij zal ons onderwijzen
Omringd door het edele geestenkoor
Zal de Nieuwe zich nauwelijks bewust zijn
Hij vermoedt nauwelijks het frisse leven
Zo lijkt hij al op de heilige schare
Zie, hoe hij zich van elke aardse band
Van de oude schuilplaats onttrekt
En uit etherisch gewaad
Hervortrit eerste jeugdkracht!
Gun mij, hem te onderwijzen
Nog verblindt hem de nieuwe dag
Kom! Verhef je naar hogere sferen!
Als hij jou vermoedt, volgt hij je na
Kom! Kom!
Kijk omhoog naar de redder
Alle berouwvolle zachten
Jullie naar zalig geluk
Dankend omarmen!
Wordt elke betere geest
Jou tot dienst bereid
Maagd, moeder, koningin
Goddin, blijf genadig!
Alles Vergankelijke
Is slechts een gelijkenis
Het Onvolmaakte
Hier wordt het feit
Het Onbeschrijflijke
Hier is het gedaan
Het Eeuwige Vrouwelijke
Trekt ons omhoog