Gaviota
Ginette Acevedo
Meeuw
De rivier gaf met liefde aan een meeuw,
Die zo grappig pikte en het water raakte.
En de arme rivier dacht dat hij kuste,
Met zijn romantische gefluister sprak hij zo.
Meeuw,
Die vliegt zo vrij,
Met draaien als een vlinder,
Steelt de schatten van mij.
Meeuw,
Met je witheid,
Herinner je me aan een bruid,
In haar droomjurk van blijheid.
Ik, als rivier, kijk naar je,
Vanuit de diepte van mijn bedding,
En voel dat ik verliefd word,
Als je me vanuit de lucht aankijkt.
Meeuw,
Ik voel je kussen,
Op mijn troebele, kastanjebruine huid,
Als je met je snavel me krast.
Meeuw,
Alles is een droom,
Maar ik wil dat je me kust,
In de avond als het donker wordt.
Muziek.
Meeuw,
Die vliegt zo vrij,
Met draaien als een vlinder,
Steelt de schatten van mij.
Meeuw,
Met je witheid,
Herinner je me aan een bruid,
In haar droomjurk van blijheid.
Ik, als rivier, kijk naar je,
Vanuit de diepte van mijn bedding,
En voel dat ik verliefd word,
Als je me vanuit de lucht aankijkt.
Meeuw,
Ik voel je kussen,
Op mijn troebele, kastanjebruine huid,
Als je met je snavel me krast.
Meeuw,
Alles is een droom,
Maar ik wil dat je me kust,
In de avond als het donker wordt.