Erlkönig
Franz Schubert
Erlkönig
Wie rijdt zo laat door nacht en wind?
Het is de vader met zijn kind.
Hij houdt de jongen stevig in zijn arm,
Hij omarmt hem goed, hij houdt hem warm.
Mijn zoon, waarom verberg je zo bang je gezicht?
Zie je niet, vader, de Erlkönig niet?
De koning van de elzen met kroon en staart?
Mijn zoon, het is een nevelstreek, dat is waar.
Kom, lief kind, ga met mij mee!
Ik speel mooie spelletjes met je, jee!
Vele kleurrijke bloemen zijn aan het strand,
Mijn moeder heeft veel gouden gewand.
Mijn vader, mijn vader, hoor je niet
Wat de Erlkönig mij stil belooft, zo lief?
Wees rustig, blijf kalm, mijn kind,
In de dorre bladeren fluistert de wind.
Wil je, fijne jongen, met mij gaan?
Mijn dochters zullen je mooi ontvangen, ja, ja!
Mijn dochters leiden de nachtelijke dans,
En wiegen en dansen en zingen je in trance.
Ze wiegen en dansen en zingen je in trance.
Mijn vader, mijn vader, zie je daar niet
De dochters van de Erlkönig op die duistere plek?
Mijn zoon, mijn zoon, ik zie het heel goed,
De oude wilgen lijken zo grauw en zo zoet.
Ik hou van je, ik ben geboeid door je mooie gelaat,
En als je niet wilt, dan gebruik ik geweld.
Mijn vader, mijn vader, nu pakt hij me vast,
De Erlkönig heeft me leed aangedaan, zo hard.
De vader huivert, hij rijdt snel voort,
Hij houdt het kreunende kind in zijn schoot.
Hij bereikt de hof met moeite en pijn,
In zijn armen was het kind dood, zo klein.