Die Forelle
Franz Schubert
De Forel
In een helder beekje
Schoot in vrolijke haast
De grillige forel
Voorbij als een pijl
Ik stond aan de oever
En keek in zoete rust
Naar het vrolijke visje
In het heldere beekje
Een visser met zijn hengel
Stond aan de oever daar
En zag met koude ogen
Hoe het visje zwom
Zo lang het water helder is
Dacht ik, dat kan niet missen
Zo vangt hij de forel
Met zijn hengel niet
Maar uiteindelijk werd de dief
Het wachten te lang. Hij maakt
Het beekje verraderlijk troebel
En voor ik het wist
Zuchtte zijn hengel
Het visje spartelt eraan
En ik met kloppend bloed
Zag de bedrogene aan