Rösets Kung
Finntroll
De Koning van de Rozen
Er reed een rover door het dichte bos
Hij vluchtte gewond, nog steeds vol met bloed
Met soldaten op jacht, vlak achter hem aan
Over de oude heuvel, die kende hij goed
Toen het donker een grote gedaante aannam
Klonk er een donderslag in de bergen waar reuzen wonen
Alles gebeurde volgens het plan van de rover
Over de heuvel rijdt men alleen overdag
De reus bood aan, toen hij uit zijn graf kwam
Een vreselijke dood, ze wekten een wezen uit de oudheid
De grond was rood, toen de dageraad naderde
Waar de mensenzoon verpletterd werd door de koning van de rozen
Toen hoorde hij de schreeuwen uit de monden van soldaten
Op de grond ontmoetten ze een langzame dood
De dief vluchtte met zijn bleke haar
Maar nooit keert hij meer terug naar de heuvel
In de nacht mogen ze zwerven als de geesten van de rozen
De hengst van de rover haast zich de helling af
De reus bood aan, toen hij uit zijn graf kwam
Een vreselijke dood, ze wekten een wezen uit de oudheid
De grond was rood, toen de dageraad naderde
Waar de mensenzoon verpletterd werd door de koning van de rozen
De dief vluchtte met zijn bleke haar
Maar nooit keert hij meer terug naar de heuvel