Kyrkovisan

Wie heeft gebed, laat hem bidden
Wie de geest spreekt, zegt de kerk,
En zij aanbaden, de beest, zeggend
Wie is als het beest, en wie kan strijden, met het?
Ga weg, zwarte engel, in de afgrond van de hel
Trollen van de duivel in het meer van vuur
In de naam van de vader, de zoon, en de heilige geest

Aamund en Kettil
Twee priestermannen
Hadden een kerk gebouwd
Om God te aanbidden
Maar de priesters rekenen niet op
De vervloekte zaden van de trollen
Trollenvolk doofde de hoop in Christus' spoor