Cobarde
Enjambre
Lafhart
Ik zou je een eeuwigheid kunnen wachten
Terwijl ik wijn drink met de dame tegenslag
Die, oh, hoe ze graag argumenteert
Zonder de bedoeling ergens te komen
Haar zaak is iets serieus
Ze wacht in gevangenschap
Jaloers op het asfalt waar jouw voeten overheen gaan
Jaloers op het lot waar je naar kijkt
Jaloers op de kleren die je huid verwarmen
Jaloers op het weer dat je beschermt en ook wreed is
Jaloers op de mensen die je kunnen aankijken
En op degenen die je kunnen horen
Jaloers als je je momenten deelt
Jaloers op die lichamen die die adem inademen
Die jij uitblaast, en, als je ze tegenkomt, bewonderen ze de grootste wonder
De tegenslag hangt zichzelf op met haar domme woorden
Ze sterft, staat weer op
En ik hoor ze weer
Zolang ze niet weg is, zie ik je niet
Zolang jij niet komt, ga ik niet
Ik zou kunnen gaan, maar ik houd me tegen
Ik zie hoe ik je aan het verliezen ben
Jaloers op het asfalt waar jouw voeten overheen gaan
Jaloers op het lot waar je naar kijkt
Jaloers op de kleren die je huid verwarmen
Jaloers op het weer dat je beschermt en ook wreed is
Jaloers op de mensen die je kunnen aankijken
En op degenen die je kunnen horen
Jaloers als je je momenten deelt
Jaloers op die lichamen die die adem inademen
Die jij uitblaast, en, als je ze tegenkomt, bewonderen ze
De grootste wonder.