Paco, Paco, Paco

Paco, paco, paco, mijn paco
Paco, paco, paco

Van zeven kinderen, paco, paco, paco, van zeven kinderen
Van zeven kinderen, op weg naar Sevilla, paco
Op weg naar Sevilla, paco
Op weg naar Sevilla, paco, paco, paco, van zeven kinderen.

Van zeven kinderen, met één van de zeven, paco
Met één van de zeven, paco
Met één van de zeven, paco, paco, paco, gaat mijn liefde.

Want ze zijn dieven en stelen als geen ander, paco
En stelen als geen ander, paco
En stelen als geen ander, paco, paco, paco, de harten.

Daar komen ze over de vlakte, de migueletes
De migueletes, daar komen ze over de vlakte
Kom hier, neef, en ga hier zitten
Daar komen ze over de vlakte, de migueletes.

De migueletes, maar ze zijn niet veel
Kom hier, neef, en ga hier zitten
Maar ze zijn niet veel voor de zeven.

Wat een moed hebben de zeven kinderen
Kom hier, neef, en ga hier zitten,
De zeven kinderen van Andalusië.

De wind zucht over Écija de vlakte, paco
Over Écija de vlakte, paco,
Over Écija de vlakte, paco, paco, paco, de wind zucht.

De wind zucht, terwijl de klokken luiden, paco
Terwijl de klokken luiden, paco
Terwijl de klokken luiden, paco, paco, paco, van de kloosters.

Zeven alazans en zeven zwarte capes, paco
En zeven zwarte capes, paco
En zeven zwarte capes, paco, paco, paco, van de kapiteins.