Llévame a La Luna

Je hebt ogen die me uitnodigen om je te proeven,
huid van perzik, hart van chocolade,
ziel van appel die me naar het paradijs uitnodigt
en een paar meloenen omdat God het zo heeft gewild.

Waarom ben je weggegaan,
wanneer kom je terug;
wat heb je me gegeven,
wat ik niet kan vergeten;
nee, nee, nee.

Je bent een verborgen schat tussen mijn bed
regen 's nachts, zonnetje in de ochtend.

Kokoswater, zeemeermin op het strand.
Mijn zout, mijn peper, mijn verwende meisje.

Waarom ben je weggegaan,
wanneer kom je terug;
wat heb je me gegeven,
wat ik niet kan vergeten;
nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee.

Neem me mee, neem me mee naar de maan, omhoog.
Neem me mee, zoals jij niemand anders.

(smaak van chocolade)

Ik hou van leven, ik hou van dromen,
wat kan ik vragen als ik geboren ben om te genieten.

Jouw mond is mijn verslaving, jouw liefde mijn luchthaven
en mijn paspoort om naar de hemel te stijgen.

Waarom ben je weggegaan,
wanneer kom je terug;
wat heb je me gegeven,
wat ik niet kan vergeten:
bla, bla, bla, bla, bla, ja.

Neem me mee, neem me mee naar de maan, omhoog.
Neem me mee, zoals jij niemand anders.

Neem me mee (kom op), neem me mee naar de maan.
Neem me mee, zoals jij niemand anders
(smaak van chocolade).