La Voladora
El Sayayin
De Vliegende Wolk
De eigen wolk, de eigen wolk
De eigen wolk, aaaa
Ze klom op haar wolk
Op haar vliegende wolk
Toen ze goed in de haak was
Nam ik haar de hele tijd mee
En daarom zeg ik
Ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Ik heb de pinda gepakt
Ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Ik heb de pinda gepakt
Ze kreeg een greep
En zo ging de hele dag voorbij
Maar als de ochtend aanbrak
Vergeet ze wat ze deed
En dat was het!
Wrijven dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Daar is weer de sayayin
En op zaterdag, als ze naar de kapper ging
Maakte ze zich op voor de uitgaansavond
Ze ging naar de miniteca
En met mij werd ze gekapt
En dat was het!
Wrijven dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
En de schoonmoeder zei tegen me
Neem het rustig, neem het rustig
Ze kreeg een greep
En zo ging de hele dag voorbij
Maar als de ochtend aanbrak
Vergeet ze wat ze deed
En het plezier blijft hangen
Sinds het blijft hangen, blijft het hangen, blijft het hangen
Kom op!
Dus ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Ik heb de pinda gepakt
Ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Ik heb de pinda gepakt
Van de schoonmoeder, van de schoonmoeder, van de schoonmoeder heb ik de pinda gepakt
Van de schoonmoeder, van de schoonmoeder, van de schoonmoeder heb ik de pinda gepakt
Ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Van de schoonmoeder, van de schoonmoeder, van de schoonmoeder heb ik de pinda gepakt
En op zaterdag, als ze naar de kapper ging
Maakte ze zich op voor de uitgaansavond
Ze ging naar de miniteca
En met mij werd ze gekapt
Wrijven dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Van de schoonmoeder, van de schoonmoeder, van de schoonmoeder heb ik de pinda gepakt
Ik heb de pinda van de schoonmoeder gepakt
Ik heb de pinda gepakt
Wrijven dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
En op zaterdag, als ze naar de kapper ging
Maakte ze zich op voor de uitgaansavond
Ze ging naar de miniteca
En met mij werd ze gekapt
Wrijven dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, dat wrijven, wrijven
Dat wrijven, wrijven
Wrijven, dat wrijven en wrijven