L'étranger
Édith Piaf
De Vreemdeling
Hij had een heel zachte blik
Dromerige ogen, een beetje gek
Met vreemde gloed
Zoals veel jongens uit het Noorden
In zijn haar een beetje goud
Een engelachtige glimlach
Ik zou voorbijgaan zonder hem te zien
Maar toen hij me goedenavond zei
Met een zingende stem
Begreep ik dat die avond
Ondanks de regen en de kou
Ik blij zou zijn
Hij had een heel zachte blik
Hij kwam van ik weet niet waar
Waar kom je vandaan? Wat is je naam?
Het schip is mijn huis
De zee mijn dorp
Mijn naam zal niemand weten
Ik ben gewoon een jongen
Vurig aan het werk
En als mijn hart te zwaar is
Geef me dan een beetje liefde
Hoop op strelingen
En ik, meisje met een verveeld hart
Voelde onder zijn kussen
Een brandende roes
Hij had een heel zachte blik
Hij kwam van ik weet niet waar
Gewoon zonder poespas
Hield ik van mijn nieuwe minnaar
Mijn echtgenoot voor een uur
Zoals veel ongelukkigen
Dacht hij in mijn ogen te lezen
De vrouw om te rouwen
En dolverliefd hoopte ik
Dat hij me 's ochtends zou zeggen
Volg me, ik neem je mee
Ik had ja gezegd, dat voel ik
Maar hij vluchtte, me achterlatend
Vast aan mijn keten
Hij had een heel zachte blik
Hij kwam van ik weet niet waar
Ik heb gedroomd van de vreemdeling
En mijn hart helemaal in de war
Door de sigaretten
Door de drank en de somberheid
Zijn herinnering elke avond
Draaide mijn hoofd om
Maar men zegt dat bij de haven
Ze het lichaam hebben opgevist
Van een zeeman
Die door de liefde verlaten
Geen andere wieg vond
Dan de liefdevolle zee
Hij had een heel zachte blik
Hij ging weg, ik weet niet waar