Penelope
Diego Torres
Penélope
Penélope, met haar bruine leren tas
En haar hakken en haar zondagse jurk
Penélope, zit op een bank op het perron
En wacht op de eerste trein terwijl ze met haar waaier zwaait
Ze zeggen in het dorp dat een reiziger
Je klok stopte op een lente middag
Vaarwel mijn liefde, huil niet, ik kom terug
Voordat de bladeren van de wilgen vallen
Denk aan mij, ik kom terug voor jou
Arme ziel, je kinderklok stopte op een grijze
Aprilmiddag toen je minnaar vertrok
Verwelkte in zijn tuin tot de laatste bloem
Er is geen wilg op de grote straat voor Penélope
Penélope, treurig die kracht om te wachten
Je ogen lijken te stralen als een trein in de verte fluit
Penélope, ze ziet ze één voor één voorbijrijden
Kijkt naar hun gezichten, hoort ze praten, voor haar zijn het poppen
Ze zeggen in het dorp dat de reiziger terugkwam
Vond haar op haar groene dennenbank, hij riep haar
Penélope, mijn trouwe liefde, mijn rust
Stop met het weven van dromen in je hoofd
Kijk naar me, ik ben je liefde, ik ben terug, hij glimlachte met zijn ogen
Vol van gisteren, zo was zijn gezicht niet, zijn huid niet, je bent niet wie ik verwachtte
En ze bleef zitten met haar bruine leren tas en haar hakjes
Zittend op het station, zittend op het station