RICOTURA

Aah, ah
En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Die jeans staan je zo goed (die jeans)
Strakjes (strakjes)
Ik vraag me af of jij uit Saoedi-Arabië komt (Saoedi-Arabië)

En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)
En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
En jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)

Hoe die billen bewegen, dat is allemaal natuurlijk (natuurlijk)
Het enige wat ik weet, is dat jij Mexicaans bent
Dat is je nationaliteit (nationaliteit)
Ik weet dat ik zo sentimenteel ben en soms kut
Maar toen ik die hazelnootogen zag
Werd ik fan van chocolade en wil ik het met jou proeven

En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)
En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)

Aaahh
En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)
Alles wat je hebt is natuurlijk (natuurlijk), aaah
Alles wat je hebt is natuurlijk (natuurlijk), aaah

En jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje)
Jij bent zo lekker, jij speelt in een andere league (league)

Jij, jij, jij, eh
Met die trut met wie jij bent, is niet zo, eh
Ik vergelijk je niet, schat, ah
Als je wilt, zet ik je op een voetstuk, ah

En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje (schatje)
Jij bent een lekkernij-nij-nij, schatje (schatje), ah
Ik weet dat ik zo sentimenteel ben en soms kut
Maar toen ik die hazelnootogen zag, ah-ah
Nu ben ik fan van chocolade en wil ik het met jou proeven

En wat ben jij lekker, lekker, lekker, schatje, aah
Jij bent zo'n lekkernij-nij-nij, schatje
Ah-ah-ah, ey
De baas van de buurt (van de buurt)
De mami die je omver blaast (blaast)
Aah
En wat ben jij lekker, lekker, schatje (schatje)
Aah