Jaleo

Jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
Haal weg, Maan, Maan, Maan
Jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo

De Maan kwam naar de smederij
Met haar rok van lelies
Het jongetje kijkt, kijkt
Het jongetje kijkt naar haar
In de bewogen lucht
Beweegt de Maan haar armen
En toont, zwoel en puur
Haar borsten van hard tin

Haal weg, Maan, Maan, Maan
Als de zigeuners komen
Zullen ze je vinden op de aambeeld
Met je oogjes dicht
Haal weg, Maan, Maan, Maan
Want ik voel al hun paarden
Jongen, laat me met rust, trap niet
Op mijn gestreken wit

De ruiter kwam dichterbij
Met de trom van het vlakke land
Binnen in de smederij
Heeft het jongetje zijn ogen dicht
In de olijfboomgaard kwamen, brons
En droom, de zigeuners
Met hun hoofden omhoog
En hun ogen half gesloten

Hoe zingt de uil
Oh, hoe zingt ze in de boom
Door de lucht gaat de Maan
Met het jongetje aan de hand
Binnen in de smederij huilen
Schreeuwend, de zigeuners
De lucht houdt de wacht, wacht
De lucht houdt haar in de gaten

Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten

Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten
Kom op, jaleo, jaleo, jaleo, jaleo-leo
De herrie is voorbij, nu begint het schieten