Dozhd'
DDT
Regen
Regen, met een vrolijke sluier vulde de lucht de mei-regen.
Donner, het rommelde over daken, schrok alle katten wakker.
Ik opende het raam, en de blije wind verspreidde alles op de tafel -
Domme gedichten, die ik schreef in de benauwde en sombere leegte.
De mei-donder klonk en de vreugde met een woeste, bedwelmende golf
Overspoelde. Hé, sta op en spring achter me aan.
Ga de tuin in en ren door de plassen tot de ochtend aanbreekt.
Kijk hoe het grappige en heilige kinderrij rent.
Druppels op mijn gezicht - het is gewoon regen, of misschien ben ik aan het huilen.
De regen heeft alles gereinigd en mijn ziel is verzadigd, en ineens ben ik nat geworden.
Het stroomde als een stroom uit het huis naar de zonovergoten, ongemaaide weiden.
Veranderend in damp, vloog het met de wind naar onbekende, onontdekte werelden.
En ik stelde me voor: de stad vulde zich plotseling met blije mensen.
Iedereen kwam naar buiten na de regen, ze zongen iets en dansten, verdomme.
Vergetend over schaamte en gevaar, na een moeilijke ziekte,
Ontvingen mensen in de regen, als een vuurwerk, de donder - de eerste lentedonder.