First Time

Woo, woo, woo, ja

Eens (wij) geloofden (in elkaar)
Dat het (ons) lot was (maar)
Nee (eigenlijk) was het (je was)
Een toeval dat als een lot leek

Gedurende (lange tijd) was ik zonder (jou alleen)
Heb ik alleen maar geleden (maar nu)
Nu (weer) laat ik je
Niet meer los

Voor de eerste keer
Loop ik naar een andere plek met jou
Ik zeg vaarwel tegen jou, jij
Voor de eerste keer
Loop ik met een andere droom
Ik zeg vaarwel tegen jou
Hopelijk is dit de laatste keer dat ik dit zeg

Eens (toen)
Was het leven en dood voor ons
Maar in een oogwenk (we)
Was de toekomst die we beloofden een leugen
Naarmate de pijn groter wordt
Besef ik dat de tijd voorbij is
Hoe meer dat gebeurt, hoe meer
Ik mijn handen en voeten moet overgeven

Ooh, ik kan de dagen die voorbij zijn niet terugdraaien
Te ver, nu kan ik je niet meer (hebben)
Ik weet (jij weet), wij weten
Nu laat ik je eindelijk gaan

Voor de eerste keer
Loop ik naar een andere plek met jou
Ik zeg vaarwel tegen jou, jij
Voor de eerste keer
Loop ik met een andere droom
Ik zeg vaarwel tegen jou (vaarwel)
Hopelijk is dit de laatste keer dat ik dit zeg

Ik moet zeggen (ik moet zeggen)
Ik moet vaarwel zeggen
Ik moet zeggen (ik moet zeggen)
Ik moet vaarwel zeggen
(Zeg vaarwel)

Voor de eerste keer
Loop ik naar een andere plek met jou
Ik zeg vaarwel tegen jou, jij
Voor de eerste keer
Loop ik met een andere droom
Ik zeg vaarwel tegen jou (vaarwel)
Hopelijk is dit de laatste keer dat ik dit zeg