Most Múlik Pontosan
Csík Zenekar
Nu Verloopt Het Precies
Nu verloopt het precies,
Laat me maar gaan,
Laat het maar naar buiten rennen,
Ik dacht dat je alleen
Hier niet op je plek bent,
Je hoort niet bij mij.
Het bliksemt, het dondert,
Dit is echt de liefde.
Ik zie een vogel
Boven me voorbij flitsen,
In zijn open hart prikt prikkeldraad,
In zijn snavel een rietje.
Ik wieg mezelf,
Terwijl hij op een appelboom landt
In Gods tuin,
Inhalend van appelwijn.
Ik zou verder willen galopperen met jou in de nacht,
Op de vlekkerige indiaanse droompaard,
Een sjamaan hart trilt in het keukenmes,
Modder en moeras onder mijn voeten.
Sindsdien zie ik overal
Jou, als een schim,
Ik staar in de verte,
Mijn thuis is een hel,
Scherven van een hemel,
Vloeibare vervormde spiegel,
Schitterend in het licht van vuurvliegjes.