Saskia

Saskia heeft een naam met klank.
Ze werkt in een café, heel frank.
Schenkt bier voor de jongens in.
De jongens vinden haar een win.
De jongens vinden haar een win.

En verder is er niets aan de hand.
Saskia is scheel, dat is bekend.
Haar blik is helder, zo puur en vrij,
maar het wekt de lach bij menig zij.
Maar het wekt de lach bij menig zij.

Ze is stil en onopgemerkt,
haar uniform is goed versterkt.
Maar ze is mooi en als ze lacht,
neemt ze je adem, dat is een pracht.
Neemt ze je adem, dat is een pracht.

Ik leerde mijn blik op ontdekkingstocht,
en dat was echt de moeite, dat is zo gezegd.
Hoe meer ik zag, hoe meer ik vond,
ze was echt ongelooflijk blond.
Ze was echt ongelooflijk blond.

Toen ik met een pilsje in de hand,
zei ik: -Mevrouw, heeft u het al gewand?
Is het u nog niet opgevallen, hoor,
dat ik u al een tijd heb in het spoor?
Dat ik u al een tijd heb in het spoor?

Ze zei: -Mijn heer, dat is waar.
De reden is mij niet helemaal klaar.
Toen nam ik moed en zei: -Wanneer
hebt u vrij, Saskia, vertel het me hier?
Hebt u vrij, Saskia, vertel het me hier?

We zagen een film over romantiek,
vervolgens dronken we koffie, heel uniek.
Ik volgde haar naar haar huis, heel fijn,
in onze harten brandde een schijn.
In onze harten brandde een schijn.

Saskia had een slaaphoekje,
en ze was mooi terwijl ze sliep, zo zoet.
En wij waren wakker, meer dan genoeg,
toen haar wekker ging, dat was de boeg.
Toen haar wekker ging, dat was de boeg.

Saskia is een naam met klank.
Ze werkt in een café, heel frank.
Ze kijkt scheel, waar ze ook kijkt,
maar ze is mooi als ze lacht, dat is wat je krijgt.
Maar ze is mooi als ze lacht, dat is wat je krijgt.