Construção

Hield van die keer alsof het de laatste was
Kuste zijn vrouw alsof ze de enige was
En elk kind van hem alsof het het enige was
En stak de straat over met zijn verlegen stap

Begreep de bouw alsof hij een machine was
Bouwde op de verdieping vier stevige muren
Baksteen voor baksteen in een magisch ontwerp
Zijn ogen vol cement en tranen

Ging zitten om uit te rusten alsof het zaterdag was
At rijst met bonen alsof hij een prins was
Drank en hikte alsof hij een schipbreukeling was
Danste en lachte alsof hij muziek hoorde
En struikelde in de lucht alsof hij dronken was

En zweefde in de lucht alsof hij een vogel was
En viel op de grond als een slap pakket
Lijdend midden op de openbare weg
Stierf tegen de stroom in en verstoorde het verkeer

Hield van die keer alsof het de laatste was
Kuste zijn vrouw alsof ze de enige was
En elk kind van hem alsof het de verloren zoon was
En stak de straat over met zijn dronken stap

Begreep de bouw alsof hij solide was
Bouwde op de verdieping vier magische muren
Baksteen voor baksteen in een logisch ontwerp
Zijn ogen vol cement en verkeer

Ging zitten om uit te rusten alsof hij een prins was
At rijst met bonen alsof het het beste was
Drank en hikte alsof hij een machine was
Danste en lachte alsof hij de volgende was
En struikelde in de lucht alsof hij muziek hoorde

En zweefde in de lucht alsof het zaterdag was
En viel op de grond als een verlegen pakket
Lijdend midden op de schipbreukelingenweg
Stierf tegen de stroom in en verstoorde het publiek

Hield van die keer alsof hij een machine was
Kuste zijn vrouw alsof het logisch was
Bouwde op de verdieping vier slappe muren
Ging zitten om uit te rusten alsof hij een vogel was
En zweefde in de lucht alsof hij een prins was
En viel op de grond als een dronken pakket
Stierf tegen de stroom in en verstoorde de zaterdag

Voor dit brood om te eten, voor deze grond om te slapen
De akte om te worden geboren, de toestemming om te lachen
Voor het ademhalen, voor het bestaan
God zegene je

Voor de gratis drank die we moeten doorslikken
Voor de ellendige rook die we moeten hoesten
Voor de steigers waar we van moeten vallen
God zegene je

Voor de treurende vrouw die ons prijst en spuugt
En voor de vliegen die ons kussen en bedekken
En voor de laatste vrede die ons eindelijk zal verlossen
God zegene je