Carcará
Chico Buarque
Carcará
Carcará
Daar in de woestijn
Is een beest dat vliegt als een vliegtuig
Het is een kwaad vogeltje
Met een snavel die krom is als een havik
Carcará
Wanneer hij een verbrand veld ziet
Vliegt hij weg, zingend
Carcará
Gaat op jacht
Carcará eet zelfs een verbrande slang
Wanneer het regenseizoen komt
Is er in de woestijn geen verbrand veld meer
Carcará heeft toch geen honger
De lammetjes die in de laagte geboren worden
Carcará
Pakt, doodt en eet
Carcará
Zal niet van honger sterven
Carcará
Meer moed dan een man
Carcará
Pakt, doodt en eet
Carcará is kwaad, is een vechtersbaas
Is de arend van mijn woestijn
De jonge lammetjes kunnen niet lopen
Hij trekt de navelstreng om te doden
Carcará
Pakt, doodt en eet
Carcará
Zal niet van honger sterven
Carcará
Meer moed dan een man
Carcará