Cariño Trianero

Ik had een aanbidder als klein meisje
Die, als hij me zag, zei
Oh Carmelilla, oh Carmelilla
Oh wat een wonder, wat een wonder!
Jij bent het mooiste dat er is in Sevilla

Met de veer van een hen
En de inkt van een inktvis
Schrijf je me op de hoeken
Oh, je lijdt steeds meer

Oh, kijk, kijk, kijk
Hoeveel ik van je hou
Oh, kijk, kijk, kijk
Liefde uit Triana

Oh, leugenaar, leugenaar
Het is niet nodig dat je zoveel schrijft
Want ik geloof je leugens niet
Ik had een aanbidder, een maand lang
En na vier weken in het Rocío
Pff! In het Rocío was hij mijn vriend
Was hij mijn vriend

Mooi! Dank je, man!
Helaas of gelukkig
Is hij nu mijn man

Zodra mijn moeder kwam, zei ze
Ik wil niet dat je met hem praat of uitgaat
En met een ondeugende glimlach antwoordde ik
Heb je niet gezien hoe knap hij is?
Maar, meisje, hij heeft een bult
En de arme weet niet wat een smaak is
Ook al is de bezemsteel een bezem
Ik ruil hem niet voor zijn majesteit

Voor zijn Majesteit?
Voor zijn Majesteit!
Geen sprake van, geen sprake van
Ook al is hij serieuzer dan de kathedraal

Liefde uit Triana
Liefde uit Triana
Liefde uit Triana
Het is voorbij!