Canção Da Roupa Branca
Cândida Branca Flor
Lied van de Witte Kleding
Ai rivier, klaag niet,
ai de zeep doodt niet!
Ai zelfs de vissen worden gewassen,
ai ze worden zilverachtig!
Kleding in een stapel te drogen:
zie je wel, zo wit en licht!
Geeft een idee aan wie kijkt,
zie je wel, het lijkt wel sneeuw.
Koud water, uit de beek,
koud water dat de zon verwarmde!
De dorpsgeest roept herinneringen op
aan de witte kleding die we ophingen.
Drie korsetten, een schort,
zeven kussenslopen en een laken,
driekwart shirts van de uitzet,
gegeven door de klant aan de lijst.
Ai kijk naar de uitzet,
ai gemaakt van witte heide!
Ai het lijkt wel een duivenhok,
ai alleen met witte duiven!
Een laken van ruwe stof:
zie je wel, zo goed gewassen!
We sliepen erop, jij en ik,
zie je wel, het is van linnen geworden.