La Clava de Los Gitanos
Camarón de La Isla
De Sleutel van de Zigeuners
Wanneer we naar de rivier gaan
En ik hoor je zingen
In een van je klaagzangen
Moet ik wel huilen
Kijkend naar je in de rivier
Zie ik mijn mora je wassen
Was niet meer
En laten we nu gaan
Naar de cabila, mora
Want de kinderen huilen
En de uren zijn verlaten
Een bruine zigeunerin
Geboren in de Albaicín
Met grote ogen en wallen
Zag ik haar van de berg komen
Ik zei: waar ga je, nicht?
En ze wilde niet luisteren
Ze ging verder op haar pad
Zonder om te kijken
Samara, gekozen door de moren
Koningin van de zigeuners
Het hele dorp vereerde haar
En bad dag en nacht
Want koningin Samara
Met haar zigeuner gezicht
Leek wel een maagd
Oh Samara, koningin van de zigeuners
Mijn pijn was zo groot,
Dat ik me ziek in bed voelde
Bij God, bel me een andere dokter
Die deze vermoeidheid wegnam
Die ik heb
In mijn hart
Bij God vraag ik je
Dat je niet opschept, want ik heb van je gehouden