El Pajarillo
Los Cadetes de Linares
De Kleine Vogel
Elke dag droeg ze veel make-up
En verkocht haar huid voor een hoge prijs
Van acht tot tien op een hoek
Was ze jong en ontrouw, een roos en een doorn
En ze heette, ik weet het niet, dat heb ik nooit geweten
Ik heb het nooit gevraagd, nooit de tijd genomen
In haar huid was ze een snotneus
En ik keek haar alleen aan van put naar put
En ze was een vogeltje met witte vleugels
Van balkon naar balkon, van plein naar plein
Verkoper van liefde, aanbieder
Voor de hoogste bieder van haar melodie
Vijf winters gingen voorbij en ze was er nog
Hetzelfde uur als gisteren, dezelfde hoek
Ze was jong en trouw en had nog de roos van haar huid
En de doorn was nog groter
En ze glimlachte naar de voorbijgangers
Onder die lantaarn, nacht na nacht
Twintig keer werd ze gevangen genomen
En zong haar lied, achter de tralies
En ze was een vogeltje met witte vleugels
Van balkon naar balkon, van plein naar plein
Verkoper van liefde, aanbieder
Voor de hoogste bieder van haar melodie
Haar huid werd rimpelig
En de make-up was niet genoeg om te verbergen
De afdruk die de zesde winter achterliet
Haar kleur was vervaagd en zelfs haar adem
En van acht tot tien alleen op de hoek
Bleef die lantaarn staan
En die doorn verzegelde de roos, waar zou ze heen gaan?
Ze heette, ik weet het niet en glimlachte
En ze was een vogeltje met witte vleugels
Van balkon naar balkon, van plein naar plein
Verkoper van liefde, aanbieder
Voor de hoogste bieder van haar melodie