Se marchó
Brock Ansiolitiko
Ze is vertrokken
Eh zegt
Alleen jij
Ik heb de theorie dat de duidelijkste dingen van een afstand te zien zijn
En de grote gewoonte om haar de liedjes te schrijven die ik beloofde niet te maken
Ze is zo koud vertrokken dat de afscheidskus eindigde met longontsteking
Maar zo leeg dat om haar leven te vullen, ik het mijne moest verliezen
Ik kom thuis na vieren en de deurmat vraagt naar haar schoenen
En haar afwezigheid danst in de ogen van onze katten
En het geneest me soms, maar het doet de hele tijd pijn
Hoe overleef ik dit als ik geen gevoel heb om contact te maken?
Hoe moeilijk is het om los te laten wie jou als eerste heeft losgelaten
Wanneer je van binnen nog zegt: Ren, ga, ik wacht op je
Maar hoe vreemd is het om je zonder elkaar te voelen, maar nog vreemder is het om onszelf niet te zien
Waarom moet je eerst van jezelf houden om niet verloren te gaan in de liefde zonder het te willen?
Daarom denk ik aan vergeten, ook al denk ik aan haar, om te vergeten dat ik aan haar dacht
En hoewel ik glimlach terwijl ik me voorstel dat ze terugkomt, heb ik vaker gehuild omdat ze weg is
Ik was niet gelukkig en ik zag het niet, mijn litteken heet haar herinnering
Zie je dat blauwe en grijze lichaam? Ik stierf van de liefde, dat klopt
En toch denk ik dat sterven niet is om daar te zijn, maar om te sterven zonder elkaar te zien
Ik heb duizenden winters gehuild, en in de duizend-en-eerste zag ik haar daar, in een slip, bevroren het einde om ons eeuwig te maken
Niet meer doen alsof, want die nuance is anders
Tussen lachen terwijl je gelukkig bent en glimlachen zonder dat te zijn
En ze is vertrokken zoals alles wat we het meest willen vertrekt
Zonder een donderslag en een omhelzing vol stilte
Die niet klonk als de zinnen van wat we niet doen
Op een middag, een van deze dagen, een we zullen wel zien
Ze verdween als een schaduw achter een spiegel
En ze ging weg zonder een 'ik zei het je', zonder een 'ik laat je'
En in een plas zette ze haar beeld, trapte ze het reflectie
En spetterde om steeds verder weg te gaan
En ze liet me achter zoals je dingen achterlaat die wegrennen
Na een tsunami, een aardbeving of een brand
Met de hoop dat alles stil blijft als ze weggaat
Als een foto, een vlek, als een herinnering
En ze vergat me zoals de woestijn een chrysant vergeet
Zoals de muziek van een kroeg waar we niet meer terugkomen
Die niet klonk als de zinnen die we niet meer zullen zeggen
Ik zet koffie voor je, ik geef je een hand, ik mis je
Ik maak elke dag schoon en in mijn robotstofzuiger zitten nog steeds haar haren
Wat een ironie, ze herinnert me met haar afwezigheid dat ze hier nog steeds is
Altijd zei ik dat ik van haar hield zoals altijd, en zij antwoordde altijd
Net als een AI die is getraind om me 'ik hou van je' te zeggen zonder het te voelen
Ik heb geen zicht meer om mezelf zo gebroken te zien, ook geen reuk om haar afscheid te ruiken
Ik had nooit het gevoel om me doof te doen, ik heb de smaak om haar liefde niet meer te noemen
Nu mijn hart toegewijd is, geef ik mijn stukken in naam van God
Dit zijn twee delen die over ons praten en dit is een ons dat in tweeën breekt
Zorg voor de liefde, want die slijt en vergaat snel
Vooral als alles geven niet genoeg is
Zoals verwelkte bloemen in een poel
Het oude moet sterven zodat iets nieuws kan geboren worden
En hoewel het ons pijn doet om aan elk moment te denken
Is de persoon die je herinnert al lang geleden vertrokken
Daarom groei je als je eindelijk begrijpt
Dat niemand sterft van de liefde, maar de liefde sterft wel
Nee, nee, nee, het is geen trots, het is om van mezelf te houden
Ik ben het zat om me op te knappen om mezelf te breken
Ik vergelijk het heden en weet niet of ik minder sterk ben geworden
Of dat het pijn doet om te houden met 34 meer dan met 20
Ze nam mijn geluk, mijn verlangen en mijn honger
En mijn liefde paste maar in twee grote koffers
Ze nam mijn ziel, mijn vlees en mijn bloed
En de zin om weer verliefd te worden
En ze is vertrokken zoals alles wat we het meest willen vertrekt
Zonder een donderslag en een omhelzing vol stilte
Die niet klonk als de zinnen van wat we niet doen
Op een middag: Een van deze dagen, een we zullen wel zien
Ze verdween als een schaduw achter een spiegel
En ze ging weg zonder een 'ik zei het je', zonder een 'ik laat je'
En in een plas zette ze haar beeld, trapte ze het reflectie
En spetterde om steeds verder weg te gaan
En ze liet me achter zoals je dingen achterlaat die wegrennen
Na een tsunami, een aardbeving of een brand
Met de hoop dat alles stil blijft als ze weggaat
Als een foto, een vlek, als een herinnering
En ze vergat me zoals de woestijn een chrysant vergeet
Zoals de muziek van een kroeg waar we niet meer terugkomen
Die niet klonk als de zinnen die we niet meer zullen zeggen
Ik zet koffie voor je, ik geef je een hand, ik mis je
Alleen jij
Kan deze wereld goed laten lijken
Alleen jij
Kan de duisternis helder maken