Fresko (part. Trueno)

Wouh, wouh, wouh
Wouh, wouh, wouh, ey
Wouh, wouh, wouh
Uh-eh, eh

Altijd ben ik fris (altijd ben ik fris)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt (eh, ah)
Trappen, rappen, ambidextrous
Meisje, ik ging altijd voor de eerste plek, eeh (ja, ja, ja, ja)
Slet, ik ben fris (uh, eh; ¡wuh!)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt (uh)
We zijn aan het rappen, we zijn aan het trappen, we zijn ambidextrous
Ontspannen kom ik tot de eerste plek
Woh, woh, woh

Meisje, ik ben altijd fresh, altijd smooth (smooth)
Iedereen in de buurt weet het (weet het)
Wie is die gast die de sleutel heeft? (de sleutel)
Ik kwam de club binnen in een schip (ik'-ik'-ik')
Onmogelijk dat ik me laat uitdoen, ah
Eh, ah, altijd ben ik fris (pshh)
Eh, ah, iedereen ziet dat ik groei
Uh, gast, je meisje is jaloers op me
Ik ben zo fris dat het brandt
Ik snap het, de taxi noteert het, ik steek het aan (pshh)
Ik ben zoals ik wil, de lucht in, voeten op de grond, ja (grond)
Onderwerpen bevroren, kilo ijs, ja

Altijd ben ik fris (altijd ben ik fris, mama)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt (ik doof met de rest, mama)
Trappen, rappen, ambidextrous (trappen, rappen, ambidextrous, mama)
Meisje, ik ging altijd voor de eerste plek, eeh (ja, ja, ja, ja)
Slet, ik ben fris (uh, eh; ja)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt
We zijn aan het rappen, we zijn aan het trappen, we zijn ambidextrous
Ontspannen kom ik tot de eerste plek
Woh, woh, woh

Mmh, eh, woh, ja, ik ruik goed
Taki, dat weet je
Elke keer als je me ziet, ja (ja)
Jij bent een vampier, ik gooi je knoflook (knoflook)
Ik hou niet van mensen die shortcuts nemen
Als ik je betrap op dat, snijd ik je
Eh, ze willen me dwarsbomen maar ik ben met mijn dingen (maar ik ben met mijn dingen), ah, shh
Ik ben de koning van freestyle-ah
En mama weet het ook
Als Trueno zingt, dan danst iedereen (iedereen danst), ja
We komen van de straat en staan in de line-up, ja (pu, pu, pu)
Ik doe geen moeite, ik doe het relaxed
Fresh, fijn, loop opzij (loop opzij)
Blokken ijs, ik ben helemaal bevroren
Kijk naar degene naast me, ik zeg: Doei
Ze kijken naar me en zeggen: Wow (zeggen: Wow)
Ja, wat ze doen, met bhavi deden we dat vorig jaar, ja

Altijd ben ik fris (altijd ben ik fresh, altijd ben ik fresh)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt (eh, ah)
Trappen, rappen, ambidextrous
Meisje, ik ging altijd voor de eerste plek (ja, ja, ja, ja)
Slet, ik ben fris (uh, eh)
Zonder te kijken naar wat de rest zegt (uh)
We zijn aan het rappen, we zijn aan het trappen, we zijn ambidextrous
Ontspannen kom ik tot de eerste plek
Woh, woh, woh