El choclo (Villoldo)
Ángel Villoldo
De maïs (Villoldo)
Uit een korrel groeit de plant
Die ons later maïs zal geven
Daarom zei hij met zijn keel
Dat hij zich vernederd voelde.
En ik, omdat ik niemand anders ben
Dan een beroemde tangomuzikant
Flonker ik met vreugde
Het is heel erg van de banaan.
Er zijn maïskolven die hebben
De aren van goud
Die zijn degenen die ik aanbid
Met tedere passie,
Wanneer ik werkend
Vol met doorns
Ben met stro
Als een bescheiden arbeider.
Van gewassen blond
In lange vlechten
Bezie ik koppels
Als het is om te groeien,
Met die snorren
Die de ongerepte aarde
Aan de nobele boer
Gewoonlijk biedt.
Soms wordt de maïs
Geroosterd op de vuren
Stilt de passies
En de vreugden van de liefde,
Wanneer een boer
Het aan het koken is
En een ander inschenkt
Een goede cimarrón.
Nadat de humita
Is bereid,
Onder de takken
Hoort men een pericón,
En naast de overkapping,
Van een vervallen schuur
Stijgt uit een borst
Het vrolijke lied.