Tin Marín

Ze zijn alleen nat geworden
En liggen aan de oever
Zich drogend in de zon
Binnenkort zullen ze klinken
Ik voel een grote pijn
In mijn ribben
De trommel wordt losser
En dat komt door de vochtigheid

Vuur met tranen is damp
Damp met wind is niks, het gaat weg
Als regen zal het terugkomen
Om de zaai te beginnen

Jongen, geef me de lucifers
Want dat hout gaat branden
Jongen, geef me de lucifers
Want dat vuur gaat branden
Dat vuur zal de weg verlichten
Waar we heen moeten gaan
Waar het zal zijn

Zingen en zingen
Totdat het leven
Een lied wordt
En onze strijd één enkel lied

Want dat hout is niet goed voor een krat
Want dat hout is puur hart
Want dat hout is puur hart
Want dat hout is niet goed voor een krat

Geurende hout
Van koffie-jasmijn
Prachtig hout, prachtig hout
Hout van hoop, hout van lied
We maken een hand met dat hout
Om goed hard te slaan
Naar degene die ons altijd
Slaat en slaat

Tin marín, laat het vuur branden
Tin marín tegen de vochtigheid

Jongen, trommel
Handen klap, klap
Ze zijn alleen nat geworden, ze klinken weer

Tin marín

Jongen, trommel
Handen klap, klap
Ze zijn alleen nat geworden, ze klinken weer

Tin marín

Jongen, trommel
Handen klap, klap
Ze zijn alleen nat geworden, ze klinken weer

Tin marín

Jongen, trommel
Handen klap, klap
Ze zijn alleen nat geworden, ze klinken weer

Ze zijn alleen nat geworden
En liggen aan de oever
Zich drogend in de zon
Binnenkort zullen ze klinken
Ik voel een grote pijn
In mijn ribben
De trommel wordt losser
En dat komt door de vochtigheid