Cai

Cái, in de vroege ochtend
Hoe het naar zout ruikt, mijn cái
Cái, die 's ochtends wakker wordt
Vult de lucht met gaditanas, cai

Cái, in de vroege ochtend
Hoe het naar zout ruikt, mijn cái
Cái, die 's ochtends wakker wordt
Vult de lucht met gaditanas
De meisjes dansen omhuld door manen
Met hun met schuim geborduurde jurken
Oh, cái

Wanneer kan ik terugkeren om me op te sluiten
Met jou in een binnenplaats
Laat de wind door de potten komen
Fluiten op tangos
Eindelijk zie ik mijn mensen
Eindelijk zie ik mezelf
Cái van de roddelplek
Ik sterf ervoor, ik wil terug

Cái, in de vroege ochtend
Hoe het naar zout ruikt, mijn cái
En voor ons twee
Heb ik mijn cái, met excuses
Oh, van degenen die zich afvragen
Wat heeft die hoek toch,
Meisje,

Cái drinkt de zon
Cái is de zeebries
En herstelt je hart
Met de meest gebruinde glimlach

Cái, wanneer jij er niet bent
Wat heb ik aan de liefde voor de zee, mijn cái
Cái, wanneer het donker wordt
Dat jij in slaap valt, dat ik je aankijk
En jij verliest je, oh cái

Wanneer kan ik terugkeren om me op te sluiten
Met jou in een binnenplaats
Laat de wind door de potten komen
Fluiten op tangos
Eindelijk zie ik mijn mensen
Eindelijk zie ik mezelf
Cái van de roddelplek
Ik sterf ervoor, ik wil terug

Oh, cái, in de vroege ochtend
Hoe het naar zout ruikt, mijn cái
En voor ons twee
Heb ik mijn cái, met excuses
Oh, van degenen die zich afvragen
Wat heeft die hoek toch,
Meisje,

Cái drinkt de zon
Cái is de zeebries
En herstelt je hart
Met de meest gebruinde glimlach

Cái drinkt de zon
Cái is de zeebries
En herstelt je hart
Met de meest gebruinde glimlach
Meisje,

Cái drinkt de zon
Cái is de zeebries
En herstelt je hart
Met de meest gebruinde glimlach
Meisje,

Cái drinkt de zon
Cái is de zeebries
En herstelt je hart
Met de meest gebruinde glimlach