Polaris
Aimer
Polaris
In de stilte van de nacht drijft een klein bootje
Een wieg voor de reiziger, vol met wonden en pijn
Die treurige slaapkop laat niemand meer dichtbij komen
Zonder te weten waar we zijn, gaan we alleen maar noordwaarts
De handen die we vasthielden, raken los van elkaar
Jij lijkt wel alsof je vanaf het begin niet geliefd kunt zijn
Altijd in verwarring, kan ik niet meer terug
Ik roep om hulp, maar het komt niet aan, zo verdrietig
Ik ben alleen
Dat laat ik je niet meer zeggen
De regen van de avond dringt door in mijn wankele hart
Het spoelt de verleden wonden weg, als een herinnering
De touw die we vasthielden, is losgeraakt
De boot lijkt wel alsof hij vanaf het begin niet kan stoppen
Altijd in verwarring, kan ik niet meer terug
De stem die roept 'vind me' komt nog steeds niet aan, zo eenzaam
Ik zit met mijn knieën opgetrokken te wachten
Ik ben alleen
Altijd zwervend, kan ik niet meer roepen
Ik loop gewoon door de duisternis
Zo heb ik geleefd, ik ben alleen
Dat laat ik je niet meer zeggen
De vastberadenheid die alleen maar stoer is, danst op het water
Het lijkt wel alsof ik vanaf het begin kon vliegen
Altijd kan niemand iets veranderen
Ik roep 'vind me' maar het komt niet aan, zo eenzaam
Ik zit met mijn knieën opgetrokken te wachten
Iedereen is alleen
Altijd zwervend, zonder een pad op de golven
De boot vaart voort, gewoon drijvend
Zo leven we nu samen
We weten niet waar we heen gaan
Altijd aan je zijde, als ik het niet meer kan houden en begin te huilen
Zal ik de duisternis zachtjes verlichten
Zo heb ik geleefd, alleen voor jou
Ik wil de Polaris zijn.