Trova do Vento que Passa
Adriano Correia de Oliveira
Lied van de Wind die Voorbijgaat
Ik vraag de wind die voorbijgaat
Naar nieuws uit mijn land
En de wind zwijgt de ellende
De wind zegt niets tegen mij
En de wind zwijgt de ellende
De wind zegt niets tegen mij
Maar er is altijd een kaarsje
In de eigen ellende
Er is altijd iemand die zaait
Liedjes in de wind die voorbijgaat
Er is altijd iemand die zaait
Liedjes in de wind die voorbijgaat
Ik vraag de rivieren die voeren
Zoveel dromen naar de oppervlakte
En de rivieren geven me geen rust
Ze nemen dromen, laten verdriet achter
Ze nemen dromen, laten verdriet achter
Oh rivieren van mijn land
Mijn vaderland aan de oppervlakte
Waarheen ga je? Niemand zegt het
Als je het groene klavertje plukt
Vraag dan om nieuws en zeg
Tegen het klavertje van vier bladeren
Dat ik sterf voor mijn land
Ik vraag de mensen die voorbijgaan
Waarom ze met hun ogen op de grond gaan
Zwijgen, dat is alles wat ze hebben
Wie in de slavernij leeft
Ik zag de groene takken bloeien
Rechtdoor en naar de lucht gericht
En wie graag meesters heeft
Zag ik altijd met gebogen schouders
En de wind zegt niets tegen mij
Niemand zegt iets nieuws
Ik zag mijn vaderland gekruisigd
In de armen van het volk
Ik zag mijn vaderland aan de oever
Van de rivieren die naar de zee gaan
Als iemand die van de reis houdt
Maar altijd moet blijven
Ik zag schepen vertrekken
(Mijn vaderland aan de oppervlakte)
Ik zag mijn vaderland bloeien
(Groene bladeren, groene verdriet)
Er zijn mensen die je willen negeren
En in jouw naam over het vaderland praten
Ik zag je gekruisigd
In de zwarte armen van de honger
En de wind zegt niets tegen mij
Alleen de stilte blijft bestaan
Ik zag mijn vaderland stil staan
Aan de rand van een treurige rivier
Niemand zegt iets nieuws
Als ik om nieuws vraag
In de lege handen van het volk
Zag ik mijn vaderland bloeien
En de nacht groeit van binnenuit
Bij de mannen van mijn land
Ik vraag de wind om nieuws
En de wind zegt niets tegen mij
Vier bladeren heeft het klavertje
Vrijheid, vier lettergrepen
Ze weten niet lezen, dat is waar
Diegenen voor wie ik schrijf
Maar er is altijd een kaarsje
In de eigen ellende
Er is altijd iemand die zaait
Liedjes in de wind die voorbijgaat
Zelfs in de treurigste nacht
In tijden van slavernij
Is er altijd iemand die weerstand biedt
Is er altijd iemand die nee zegt