Las Damas que Pasan
Adriana Paz
De Dames die Voorbijgaan
Ik wijd dit gedicht aan degene die zo geliefd was
Tijdens vluchtige momenten
Aan de vrouw van mijn nachten, die bij zonsopgang vertrok
Zonder ooit over zichzelf te praten
Aan wie uit mijn bronnen dronk en wiens mysterie ontbreekt
Als een verre ster
Aan wie me vrij liet zijn en zo vrij als de lucht
Zo vrij als haar geur
Aan wie ik een seconde verschuldigd ben, met haar warme armen open
Ze kruiste ons pad
Aan wie de wonderdaad verrichtte om pijn in goud te veranderen
Deze wereld opnieuw betoverend
Aan wie naast ons stond, naast de verdoemden
De vlag van de waarheid
Aan die dappere figuur, door haar wonderlijke genade
Vulde ze ons met geluk
Aan degene die nooit terugkeert, aan wie haar raadsel bewaarde
Die jullie zelf kennen
Aan wie ik niet zal stoppen met liefhebben, met wie ik niet klaar ben met dansen
Bied ik een boeket bloemen aan
La-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la
Uh-uh, uh
Uh-uh-uh-uh
Uh-uh, uh
Uh-uh-uh-uh